Strandoefening in anders kijken (1)
Lang geleden, toen er nog geen digitale camera’s waren, tekenden studenten geologie en biologie landschappen na. Ze zaten urenlang op een rots in de Alpen, of op een steiger aan een meer, keken, schetsten lijnen, keken opnieuw, werkten de lijnen bij, keken opnieuw, en opnieuw. Iedere vorm, iedere beweging en iedere kleur liep over in hun hand, op het papier. En tegen de tijd dat een berg of bloem of zilverreiger op papier stond, hadden ze het zich zo eigen gemaakt, dat de tekening eigenlijk overbodig was geworden.
Een dichter doet niet veel anders. Ze kijkt, voelt, kijkt, laat woorden opwellen, kijkt opnieuw, scherpt de woorden aan, zet ze in een compositie die in de buurt komt van het natuurgetrouwe beeld dat de ouderwetse student optekende, maar waarin ook het diepere gevoel doorspreekt.
Hoe zou de wereld eruit zien als we, iedere ochtend als we deur uitstappen, als we het bos binnenwandelen, of op een dijk staan en naar de horizon kijken, links de polder, rechts de zee, met deze aandacht en intensiteit kijken?
Nan Shepherd, een Schotse schrijver uit de vorige eeuw, wandelt met die ogen door de Cairngorms:
(…) I let my eyes travel over the surface, slowly, from shore to shore, beginning at my feet and ending against the precipice (…) This changing of focus in the eye, moving the eye itself when looking at things that do not move, deepens one’s sense of outer reality. [Nan Shepherd, The Living Mountain, 1977]
Haar pen en papier komen er later aan te pas. Alleen al het kijken verandert haar relatie met het landschap.
Sta stil. Laat je ogen van je voeten naar de horizon glijden en volg alle lijnen, overgangen en kleuren die je onderweg tegenkomt.
Hetzelfde kun je doen door je ogen van links naar rechts over de toppen van de bomen, langs de stammen, of langs de horizon te laten gaan.