Protest voor het Wad

Heel even pakken de wind en vogels het podium. Met zo’n 700 mensen zitten we op de Zeedijk bij Holwerd, voor ons een uitgestrekt kweldergebied, daarachter een zonovergoten zee met Ameland aan de horizon. Vanaf een landbouwtrailer met microfoon vraagt voorzitter Bram ons om dertig seconden heel stil te zijn. ‘Luister eens, luister eens…’

Ben ik de enige die met mistige ogen naar het Wad kijkt? Een paar weken eerder trokken we er nog met onze oude houten zeilboot doorheen. Ruim voor laagwater voeren we om vijf uur ’s morgens de haven van Den Oever uit, de boordlichten nog aan, de opkomende zon in onze rug, de droogvallende wadplaten links en rechts van onze smalle vaarweg. De westenwind stond vol op de boeg waar de ene na de andere golf overheen sloeg en ons ondanks onze zeilpakken drijfnat maakte.

‘Is het nu eb of vloed?’ Vraagt Erik. ‘Wat raar om dat niet te weten.’
We zijn de ziel van de zee alweer een beetje kwijt maar ons lichaam weet nog hoe het was om onderdeel te zijn van dat wilde landschap. Het heeft ons een laatste zet gegeven om onze band met het Wad aan actie buiten onze persoonlijke sfeer te koppelen. Hoe is dat? Hoe vertaal je verwondering, pijn, ontzag en frustratie naar positieve verandering in de dagelijkse realiteit?

Op de Zeedijk bij Holwerd (bron: Omrop Fryslân, Hayo Bootsma)

We luisteren naar een speech van Winnie Oussoren over de boringen die Shell hier gepland heeft. Gasvelden. Bodemdaling. Werelderfgoed. Klimaatdoelen. In korte tijd verdwijnen de natte klei en de strandlopers naar de achtergrond en scanderen we leuzen tegen het grootkapitaal.

Daarna wordt het weer doodstil. Frank Petersen van de Waddenvereniging vertelt over de zestienjarige Kees Wevers, die zich al sinds de jaren ’60 hardmaakt voor dit gebied. Zijn protest tegen plannen voor inpoldering van de Waddenzee was het begin van de Waddenvereniging. Het doet Frank zichtbaar pijn dat er op dit moment achterkamergesprekken worden gevoerd tussen de regering en de machtige olie- en gaslobby over een gebied dat geen enkele stem heeft.
‘De Waddenzee is van ons allemaal,’ zegt hij.

Ik merk dat ik verdrietig ben, niet om de gevaarlijke klimaatverandering of het mogelijke verdwijnen van de UNESCO Werelderfgoedstatus, maar omdat alles wat er werkelijk toe doet kapot wordt gemaakt, verdwijnt.

Op de trailer geeft zangeres Nynke Laverman er woorden aan, met Your Ancestor: Of course / I do regret / That we’ve polluted ourselves / Out of existence / Created an unbridgeable distance / From all other forms of life.

Op de Zeedijk wachten negen opgevouwen reusachtige spandoeken tot we in beweging komen. Op ieder spandoek staat één letter, wit tegen een zwarte achtergrond:
S T O P S H E L L. Met een zoemende drone boven ons hoofd en de grijsblauwgroene Wadden op de achtergrond vouwen we de doeken uit. Ik moet hier zijn, ik kan niet anders. Binnen een uur gaan deze beelden de wereld over en laten we zien dat er nog iemand om dit gebied geeft. Maar ik voel me ongemakkelijk bij die letters die voor mij de volle kern niet raken. Dan denk ik: dit gaat over zoveel meer dan Shell.

De Waddenzee is een van de laatste plekken in Nederland die nog een beetje wild is – een van de laatste plekken waar je nog mens kunt zijn in de gekte van de groei-ten-koste-van-alles. Met elke zee, elke kwelder en elk grasland dat we uitputten, putten we onszelf uit. Het comfort en gemak van nu – onze obsessie om alles wat vrijuit leeft onder controle te krijgen – zijn de burn out van de toekomst.

Stond er maar Wij staan voor het Wad op de spandoeken. Ik begrijp dat dat een minder sterke kreet is dan Stop Shell. Ik begrijp dat een actie doelgerichter moet zijn dan een diepe band met een gebied te verkondigen. Ik begrijp dat we de complexiteit van alles wat hier misgaat niet in één campagne kunnen vatten. Zo moeilijk is het dus, om pijn en verwondering naar positieve verandering in de dagelijkse realiteit te vertalen.

Wat is het heerlijk om na zo'n actie met elkaar de spandoeken in een bus te tillen en eindelijk iets gedaan te hebben. En wat is het noodzakelijk om naast doen ook geregeld stil te staan. Om niet alleen te protesteren en te procederen maar ook je relatie met het landschap levend te houden. Kunnen we nog eens dertig seconden luisteren, ten minste dertig seconden, naar het kloppend hart van de getijdenstromen en alles wat die meevoeren?

Volgende
Volgende

Wat bootonderhoud in beweging brengt