Heel traag zetten we koers naar het IJsselmeer. Het is bladstil, warm en zonovergoten. Geen weer om te zeilen, toch zijn we op het water. Onderweg wat kleine klusjes uitgevoerd, gezwommen en heel traag richting Urk gedobberd. Voor het eerst zeil ik op het IJsselmeer. Rimpelloos. Morgen gaat het waaien.

Het plan voor vandaag is testen of alles werkt. Eenmaal de haven uit heisen we in een soepele beweging het grootzeil en rolt de fok uit. We zeilen! Met halve wind en dus een behoorlijke snelheid varen we de IJssel af richting de Eilandbrug. “Hoe hoog is die brug eigenlijk?“, “Hoe hoog zijn wij eigenlijk?“ vat de essentie van het gesprek dat aan boord gevoerd wordt prima samen. Na wat speurwerk komen we op 2 meter marge, ruim voldoende.

Plan was twee uur na LW Vlieland te vertrekken, met nog net uitgaande stroom Vliesloot voor opkomend hoogwater, maar toch al behoorlijke tegenstroom. Rif laten zitten vanwege uitschieters naar windkracht 5. Snelheid was met 6 tot 8kn meer dan genoeg. Op Blauwe Slenk ondanks vooraf uitgezette koers nog wat onzekerheid over diepgang buiten betonning. Terug via sluis en brug ging heel soepel. Boot weer veilig en heel in de haven teruggebracht.

Op Stortemelk kort motor aan om fok in te rollen. Fok wil niet goed rollen en in de chaos schiet een landvast over boord, in schroef motor. Motor slaat af. Tussen VL 2 en SM-KB 2 leggen we boot halve wind met druk uit het zeil. Erik overlegt met KNRM; terug naar Harlingen (bekend terrein, wel opkruisen) of door naar Vlieland (ruime tot voor de wind, onbekend terrein en smalle geul). Besluit door te gaan naar Vlieland.

+50cm water door N-wind en doodtij; platen lagen nog grotendeels onder water. Twee uur na aankomst Harlingen gingen vloeddeuren SAS-brug dicht (sluitpeil 110cm NAP). Slenk was mooi varen, bochtig. Op Pannengat wind van achter; hard werken om schip op koers te houden. Auke was nog nooit zo snel weer in Harlingen geweest.